Om 07.00 uur zaten we aan het ontbijt zodat we op tijd konden vertrekken naar CERN. Na de ontvangst en het verzamelen van de meegebrachte stroopwafels en drop (hèt betaalmiddel op CERN achter de schermen) kregen we 2 lezingen van Nederlandse postdocs. Na een uitstekende recap van het standaardmodel namen zij ons mee in het onderzoek dat zij doen in hun onderzoeksgroepen die verbonden zijn aan 2 van de detectoren: ALICE en Atlas. Ook werd duidelijk hoe hun studiepad hen had gebracht op CERN en hun uiteenlopend dat kan zijn.

Na de lunch staken we met de bus de grens met Frankrijk over en werden we ontvangen bij CMS, de andere grote detector van de LHC. Terwijl de ene helft een lezing kreeg over LHCb mocht de andere helft onder begeleiding van een gids met de lift naar beneden. In de wintermaanden wordt de detector stilgelegd voor onderhoud en wordt die open gezet, wat het voor bezoekers mogelijk maakt om met eigen ogen te zien hoe een detector als CMS in elkaar zit en hoe groot dat apparaat eigenlijk is. Een onvergetelijke ervaring.

Vrijdag begonnen we de dag met een practicum. We gingen een eigen bellenvat bouwen om daarmee de deeltjes te detecteren die in het lokaal (en overal om ons heen) voorbij zoeven. De nabespreking ging over de vraag hoe we uit de sporen in het bellenvat kunnen afleiden welke deeltjes we nu eigenlijk hadden gezien (en getekend) en hoe die deeltjes ontstaan. Daarna was er gelegenheid om in het bezoekerscentrum verder te ontdekken wat er op CERN allemaal gedaan wordt. Na een zonnige middag in Genève stapten we om 20.00 uur weer in de bus terug naar huis.

Het waren twee intensieve en fascinerende dagen, die ruimschoot opwogen tegen de vele uren in de bus.